Veel Gestelde Vragen

WAAROM MOET DE ACCU WORDEN OPGELADEN?

Net als benzine bij een auto, hebt u bij een elektrisch voertuig stroom nodig in de accu om te kunnen rijden. Tijdens de rit verbruikt de elektromotor van het elektrische voertuig deze stroom. Daarom moet u de accu opladen zodra deze leeg is. Het beste kunt u de accu opladen na iedere rit of aan het einde van de dag, nadat u de scootmobiel hebt gebruikt.

HOE WERKT DE MEEGELEVERDE OPLADER?

Alle opladers van onze elektrische voertuigen zijn volautomatische, intelligente opladers. Dat betekent dat de oplader automatisch de actuele toestand van de accu in uw voertuig herkent en zijn werking aan de situatie aanpast. Zelf hoeft u niets te doen. U hoeft alleen maar de oplader aan te sluiten aan de oplaadbus (oplaadaansluiting) van uw voertuig en de voedingskabel van de oplader in een gewoon 230 V stopcontact te steken. Afhankelijk van het voertuigmodel kan een volledige oplading tussen de 6 en 12 uur in beslag nemen. De tijd die voor het opladen nodig is, hangt af van de toestand van de accu. Afhankelijk van de hoeveelheid restspanning in de accu en diens ouderdom kan de oplaadtijd verschillen. Zodra het opladen is voltooid, wordt dit op de oplader gemeld.

WAAR KAN IK DE ACCU VAN MIJN ELEKTRISCHE VOERTUIG HET BESTE OPLADEN?

Het beste kunt u de accu in een gebouw opladen. Bijvoorbeeld in een woonhuis of in een garage. In principe mag u onze opladers uitsluitend in een droge omgeving gebruiken. U moet de oplader beschermen tegen vocht en regen. U mag de oplader niet afdekken. Bovendien moet u zorgen voor voldoende ventilatie. Afhankelijk van de temperatuur kan het opladen verschillen. De oplader moet zich in dezelfde ruimte bevinden als de accu die wordt opgeladen. Bij een te groot verschil in temperatuur tussen de oplader en de accu, kan het gebeuren dat de oplader de toestand van de accu verkeerd inschat. Het opladen wordt dan afgebroken.

HOE VAAK MOET IK DE ACCU OPLADEN?

Wij adviseren de accu zo vaak mogelijk op te laden. U doet er goed aan de accu na elke dag dat u de scootmobiel hebt gebruikt 's nacht op te laden. Dan hebt u 's morgens weer een volledig opgeladen scootmobiel ter beschikking. Mocht u het elektrische voertuig gedurende een langere tijd niet gebruiken, moet u de accu om de twee tot drie weken opladen. Op deze manier voorkomt u een volledige ontlading. Als u het voertuig meerdere weken niet gebruikt, moet u de accu uitnemen en op een warme en droge plek opbergen en regelmatig opladen. Onze servicedienst ter plaatse is u graag van dienst.

HOE BEREIK IK EEN LANGE LEVENSDUUR VAN DE ACCU?

De belangrijkste regel is: ‘een opgeladen accu is een gelukkige accu'. De grootste vijand van iedere accu is een volledige ontlading of lage temperaturen. Daarom moet u de accu altijd zo vroeg mogelijk opladen en een lange opslagtijd bij lage temperaturen vermijden.

HOE BEREIK IK EEN ZO GROOT MOGELIJKE ACTIERADIUS PER OPLADING?

De actieradius van een opgeladen accu is afhankelijk van vele factoren, waaronder de toestand van de gekozen route, het wegdek, weersomstandigheden, belading of de toestand van de accu.

Met de volgende tips kunt u de actieradius en de levensduur van uw accu verbeteren:

• Voor iedere rit de accu volledig opladen. De oplader kan ook na het opladen aan het voertuig aangesloten blijven. De automatische werking voorkomt overspanning en schakelt naar de modus ‘druppelladen’.
• Controleer regelmatig de bandenspanning van uw voertuig. Een goede bandenspanning vermindert de rolweerstand en vergroot daarmee de actieradius.
• Bij het kiezen van een route moet u, waar mogelijk, langere hellingen of moeilijke stukken vermijden.
• Rijd anticiperend, gelijkmatig en voorkom snel optrekken of sterk afremmen.
• Laat uw scootmobiel regelmatig door onze servicedienst ter plaatse onderhouden. Zo kunnen problemen vroegtijdig opgespoord en verholpen worden.
• U moet vooral een complete ontlading van de accu zien te voorkomen.
• Rijd de accu nu en dan bijna leeg en laad ze dan weer helemaal op.

DE SCOOTMOBIEL START NIET?

Controleer of de accu correct is gemonteerd en aangesloten. Ook moet u nagaan of de zekering soms is uitgevallen. Zo ja, duw dan de knop voor de zekering weer in. Als de zekering direct weer uitvalt, moet u contact opnemen met onze servicedienst.

DE SCOOTMOBIEL START WEL, MAAR RIJDT NIET?

Controleer of de accu voldoende opgeladen is zodat er genoeg spanning is voor de geplande rit. Als de scootmobiel een vrijloop heeft, moet deze uitgeschakeld zijn. Ook een aangesloten oplader kan bij een aantal modellen het rijden verhinderen. Voor iedere rit moet u de oplader uit de scootmobiel en het stopcontact trekken.

DE SCOOTMOBIEL RIJDT TE LANGZAAM?

De accu is niet voldoende opgeladen of is defect. De accu opladen of vervangen. Bij veel modellen kan de maximale snelheid worden ingesteld. Schakel de gekozen snelheid naar een hogere stand.

DE STOEL BEWEEGT TIJDENS HET RIJDEN?

Controleer de instelmogelijkheden van de stoel en verschuif die tot hij in een positie vastklikt. Nooit met een wiebelende stoel op pad gaan! Mocht u de stoel niet kunnen vastzetten, moet u contact opnemen met onze servicedienst ter plaatse.